De energietransitie met groengas heeft in 2030 miljoenen tonnen mest nodig voor de groengasvoorziening. Daar staat tegenover dat alle (politieke) signalen wijzen op een kleinere veestapel en minder beschikbare mest voor biogas. Om verschillende redenen kan dit de komende jaren met elkaar gaan botsen. Minder vee, maar toch meer mest, hoe kan dat?

Energieleveranciers van aardgas aan kleinverbruikers krijgen een bijmengverplichting voor groen gas. Een grote vraagmarkt naar groen gas betekent een flinke boost voor mestvergisting en met kansen op verduurzaming van de veehouderij.

Grootschalige mestverwerking gaat er komen, maar anders aangestuurd dan in het verleden. Nu is het klimaatbeleid en de energietransitie de grote aanjager voor mestverwerking. 

Nu nog maar 5%, maar volgens de Rabobank komt straks de helft van de mest in biogasinstallaties terecht. Voor veehouders ontstaat een nieuw mestafzetkanaal. Voor het mestbeleid vervalt de noodzaak van een verplichte grondgebondenheid met een GVE-norm per hectare.

Slechts 10% grondgebonden

Een verplichte grondgebondenheid zadelt de rundveesector straks op met hoge extra lasten. Volgens de Routekaart Toekomstig Mestbeleid (13 april 2021) waren met derogatie zo’n 40% van de rundveebedrijven al grondgebonden. Zonder derogatie is dit nog maar 10%. Vrijwillig grondgebonden werken is prima, maar verplicht het niet met nieuwe regelgeving. Bij de voorgestelde verplichting ging de minister in 2020 ook uit van behoud van derogatie. Bij verlies van derogatie ben je grondgebonden met een veebezetting van 1,5 grootvee-eenheid per ha of minder (170 kg stikstof per ha).

Extra miljoenen tonnen rundveedrijfmest

Kan de mestmarkt op korte termijn extra miljoenen tonnen rundveedrijfmest opvangen? De nieuwe mestregels uit het 7e actieprogramma en de derogatiebeschikking zijn weliswaar nog niet vastgesteld. Maar met de invoering per 1 maart 2023 is wel duidelijk dat veehouders met de lagere stikstofnormen al snel een stuk minder kunnen bemesten. De mestplaatsingsruimte wordt  tot en met 2026 jaarlijks steeds kleiner. Daardoor komt er meer mest op de markt. Minder vee gaan houden zal een veehouder niet snel doen.

Grote impact verlies derogatie voor Friese melkveehouders

Zonder derogatie kan in Friesland 3,7 miljoen ton rundveemest extra op de mestmarkt komen. Dit boven op de al ruim 1 miljoen ton afgevoerde mest in 2020. Bij een gelijkblijvende mest- en mineralenproductie loopt de hoeveelheid mestafvoer naar 4,7 miljoen ton vanaf 2026 (zie tabel).

Verlies derogatie zet komende jaren mestmarkt flink onder druk

Het verlies van derogatie zorgt de komende jaren voor extra druk op de distributiemarkt en de verwerkingscapaciteit. De toename van het extra aanbod van rundveemest is voor 2023, 2024, 2025 en 2026 berekend op respectievelijk: 1,7 miljoen ton, 3,3 miljoen ton, 7,9 miljoen ton en 11,5 miljoen ton. In deze uitkomsten is alleen het effect van verlies van derogatie meegenomen zonder ander nieuw beleid of maatregelen op bedrijfsniveau.

Misschien verdraagt kwetsbare natuur ammoniak wel beter dan gedacht. En is zo’n strenge stikstofnorm dan wel nodig? Het voorstelde Kabinetsbeleid om uit de stikstofcrisis te komen vraagt zware offers van de veehouderij, aanverwante sectoren en van de leefbaarheid op het platteland. Zulke zware offers brengen, vereist op z’n minst dat de ammoniakreductie de stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden ook zichtbaar en aantoonbaar helpt. Ik heb daar om de volgende reden mijn twijfels over.

Naast meer aardgas voor extra kunstmest, zorgt de afzet van 10,3 miljoen ton extra rundveemest voor hoge kosten en verstoring van de mestmarkt. Lees hier het interview met Jaap Uenk in Grondig 6 2022 van Cumela over de gevolgen van het wegvallen van derogatie.

De stikstofcrisis is door het kabinet groots gelanceerd. Té groots, naar mijn mening met niet haalbare doelen. Wellicht hoopt de regering met een schokeffect haar eigen juridisch gecreëerde stikstofcrisis zo op te lossen. Het kabinet neemt hiermee een groot risico, want met de woedende reacties uit het veld is de geest uit de fles. Maar hoe nu verder?

“Cultuur begint bij de mest, omdat met mest landbouw mogelijk wordt en landbouw weer zekerheid biedt en zekerheid een grotere toegankelijkheid schept”. Dit citaat van Albert Schweitzer heb ik uit het interessante boekje “Stalmest en gier” uit 1967. Wijze woorden van Schweitzer die ongetwijfeld zijn geïnspireerd door zijn verblijf als arts zo’n honderd jaar geleden in Afrika.